woensdag 16 januari 2013

8 ALGEMENE TIPS VOOR MOOIE FOTO'S...

Het is prachtig weer met een heerlijk zonnetje. Wat is er leuker dan eropuit te trekken met je digitale camera of mobiele telefoon op zak, op zoek naar onderwerpen voor mooie foto's? Tegenwoordig zie je je resultaat direct en ben je niet tevreden dan schiet je nog een keer. Helaas merk je bij thuiskomst dat de foto's net niet zijn van wat je ervan verwacht had. Ze zijn onscherp, er staat te vele op of de kleuren zijn niet goed. Aan veel dingen kun je als leek niet zoveel doen, behalve een cursus nemen of een boek lezen erover. Maar er zijn een aantal algemene tips die je altijd met je mee kunt nemen en die je foto's tig keer zo mooi maken.

1. Licht.
Fotograferen kan bij elk soort licht, niet alleen als de zon schijnt, maar ook bij bewolking, regen of een dreigende lucht. Vaak maken deze aspecten je foto's nog mooier.  Kijk dus goed wat het licht doet.
- Hard en zacht licht: bij hard zonlicht is het moeilijker om een foto te maken, de contrasten zijn hoog. Je kunt beter een foto in de schaduw maken, daarbij komen de kleuren mooier naar voren en krijg je geen groot verschil qua contrast. Als je een portretfoto maakt kun je ook beter zacht licht gebruiken en voor een mobieltje is het helemaal beter.
- Landschappen kun je het beste fotograferen net na zonsopkomst. er is dan niet of nauwelijks schaduw vanwege de ochtendnevel. Minuscule waterdruppels van ochtendnevels kunnen het licht verstrooien tot  een diffuse, zacht oranje gloed. Als er te dichte mist is heb je de kans dat er haast geen kleur te zien is.

2. Compositie.
- Een veel gemaakte fout is dat je het onderwerp in het midden van de foto plaatst. Hierdoor wordt de foto statisch, saai en lijken ze allemaal op elkaar. Dit kun je voorkomen door het zoekerbeeld te verdelen in gelijken derden door twee horizontale en twee verticale lijnen. Op sommige camera's kun je dit ook in beeld krijgen. Plaats het voorwerp nu op een van de vier kruispunten.
- PLaats de horizon eens op een derde of twee derde van het beeld ipv het midden van de foto.
- Zet de saaie lucht eens niet op de foto, of laat maar een heel klein randje zien.
- Maak een staande foto van een gebouw die je anders horizontaal had gemaakt en neem hiermee een detail van het gebouw en niet het hele gebouw.

3. Standpunt.
Varieer in standpunten. ga eens liggen of juist ergens op staan. Zo krijg je een totaal andere foto. Veel dynamischer.
Durf torens scheef te fotograferen.

4. Zoomen.
- Ga je inzoomen of juist niet? Denk daar goed over na. Als je inzoomt kan je foto wat platter worden, met veel minder diepte erin. daarom doe je er goed aan om eerst te kijken naar hoe dicht je bij het voorwerp kan komen voordat je gaat inzoomen. dan behoud je meer de diepte en krijg je een dynamischer beeld.

5. Diepte.
Kijk eens naar wat er in de omgeving is. Staat er een mooie boom met tak die je in beeld kan brengen of een ander voorwerp dat leuk is in beeld. Plaats deze dan expres in de foto en speel wat met de scherpte. Wil je het voorwerp op de voorgrond scherp of juist hetgeen op de achtergrond? Met een mobieltje gaat dit helaas een stuk lastiger, met een fotocamera kun je dit doen door de knop half ingedrukt te houden wanneer je scherp stelt op het voorwerp dat je wilt en daarna de camera te draaien naar het juiste beeld, druk hem daarna verder in zodat de foto gemaakt wordt.

6. Alles om je heen.
Gebruik alle voorwerpen om je heen om te kijken of je een interessanter beeld kunt maken.
- Gebruik spiegels of etalageruiten, dan kun je meerdere dingen in beeld brengen.
- Schaduwen kun je ook goed gebruiken. Vooral 's ochtends en 's avonds kunnen de een onverwacht effect opleveren. Plaats ze dus eens bewust in de foto.
- Gebruik mensen, de stad of voorwerpen om je heen om een indruk te geven van hoe het er is.

7. Symmetrie.
Let op ritmes en patronen om je heen. een rij bootjes naast elkaar kan een heel leuk effect op leveren of golven in het zand. Bedenk goed hoe je deze in beeld brengt. Dit kun je recht doen, maar ook schuin meegaand met de kijkrichting.

8. Flitsen.
Een flits kun je vaak uit en aan zetten. Speel hier eens mee. Soms wordt een foto mooier met flits, maar 's nachts kun je ook heel goed zonder flits een foto maken, zo komen de lichtborden goed naar voren. Je kunt niet op een langere afstand flitsen, de flits reikt helaas niet zo ver.

Het maakt niet uit of je met je mobieltje of met een spiegelreflex camera foto's maakt, met deze tips kunnen je foto's niet saai worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Populaire berichten